Het kwaliteitsoffer (2)

In het vorige artikel over het kwaliteitsoffer zagen we dat je, als vuistregel, in principe al een kwaliteit kunt offeren als je er minstens een pion bij krijgt. Hieronder in deze externe wedstrijd partij krijgt Henk (wit) al meer dan een pion erbij.

De partij werd in de tijdnood fase nog remise, maar mooi om te zien dat de kwaliteitsoffer kansen uitstekend werden waargenomen.

Een ander verhaal is de zogenaamde kleine kwaliteit. Twee lichte stukken tegen een toren. Qua materiaal, houtjes tellen, is dat 6 tegen 5 punten, maar in de praktijk is het nog niet zo eenvoudig. Als de lichte stukken goed kunnen samenwerken en goede steunpunten hebben, en als de toren geen aanvalsobjecten heeft (Torens zijn erg goed om pionnetjes mee weg te snoepen), dan hebben de twee lichte stukken winstkansen. Als de toren wat pionnen kan meesnoepen en dan een vrijpion kan helpen om naar de overkant te dreigen te promoveren, dan heeft de toren partij winstkansen.

Hier een eenvoudig voorbeeld partijtje waarin zwart de kleine kwaliteit wint.

Zwart heeft hierna materieel voordeel, maar het is niet zomaar een twee drie gewonnen. Remise is niet onwaarschijnlijk.

Voorst – Zevenaar 1 : 3.5 – 4.5

Op bord 8 gaf invaller Yannick goed partij, maar moest uiteindelijk de koning omleggen. Op bord 7 speelde een andere invaller, Tonie Claessen, een zeer fraaie partij, en won snel.

Op bord 6 gingen bij Thomas de dames er vrij snel af, en er zat weinig muziek in de symmetrische stelling : remise. Op bord 5 ging Arie de risico’s niet uit de weg en speelde, a la Caruana-Carlsen, de Svesnikov Siciliaan met wit. Arie kwam gewonnen te staan, maar de winst lag niet zeer gemakkelijk voor het grijpen, en uren later was remise een feit. Op bord 4 moest Kevin na de opening even “keepen”, en speelde daarna een bijzonder puik toreneindspel waarbij de lokale eindspel training vruchten afwierp. Bravo! Op bord 3 speelde Albert Janssen met wit tegen de Franse verdediging waarbij zwart na een paar foutjes al vrij snel aan de noodrem moest trekken, en wit het punt binnen haalde. Op bord 2 speelde Guust tegen de nummer 1 van Voorst, en kwam snel in de problemen in de opening. Na zorgvuldig en geduldig “keepen” werd een kostbaar half punt in de wacht gesleept. Op bord 1 won Justus met wit een pion en de kwaliteit maar zwart had compensatie en de zwartspeler trok langzaam maar zeker het punt naar zich toe. Een nipte overwinning aan het einde van het seizoen. Nog een laatste wedstrijd te spelen. Kampioen worden zit er niet meer in na vandaag. De koploper Pallas won ook.

Hier nog het verslagje van de website van Voorst :

Bij de schakers van Voorst 1 gaat het de afgelopen ronden stroef in de landelijke competitie. De laatste thuiswedstrijd werd gespeeld tegen het sterke Zevenaar 1. Het begin was teleurstellend door een snelle nederlaag van Richard van Tienhoven. Ook voor invaller Marcel Kraaijkamp was een nederlaag al snel onafwendbaar. Een riante voorsprong voor de bezoekers werd geconsolideerd door de remise van John Sloots. Jeroen Bosch was de vorige ronde verantwoordelijk voor een blamage. Dit keer sloeg hij keihard terug. Hij offerde een kwaliteit en liet daarna zijn sterke tegenstander volkomen kansloos. Paul Tulfer stond zijn hele partij goed en wist dit ondanks de tijdnood te verzilveren tot een overwinning. Met een gelijke tussenstand boden de laatste drie partijen perspectief. Lutsen Dooper wist ondanks een wat mindere stelling remise uit het vuur te slepen. Helaas trok Michiel Jansen in een toreneindspel aan het kortste eind. Aan teamleider Rudy Bloemhard de opgave om een gelijkspel uit het vuur te slepen. Met een pion voorsprong bood zijn stelling zeker mogelijkheden. Hij had echter ook tijdnood en, niet te onderschatten, een erg sterke tegenspeler. Uiteindelijk moest hij berusten in remise. Hierdoor ging Voorst met een nipte nederlaag onderuit. Het degradatiespook zweeft, met nog 1 ronde te spelen, ergens tussen hoop en vrees.

Edese S.V. 1 – Zevenaar 2 (SOS 1) 5 – 3

Op bord 8 kwam Jan Elfrink onder druk te staan met zwart. Wit kon e5 spelen en had ruimte overwicht, maar Jan hield goed stand en remise was een feit. Op bord 7 had Daniel een interessante partij. Zijn tegenstander ging heel snel over op een offensief op de koningsvleugel, offerde twee pionnen, en kreeg daarvoor initiatief. Daniel hield goed stand, maar heeft ergens betere zetten gemist. Een tijd later stond er een verloren eindspel op het bord met een toren voor wit met wat pionnen versus loper en paard en twee verbonden vrijpionnen voor zwart. Op bord 6 ging er bij Tonie tactisch wat mis in een stelling die er onschuldig uitzag op het eerste gezicht. Jeroen speelde op bord 5 een fantastische partij, die in aanmerking komt voor de schoonheidsprijs.

Op bord 4 leek de tegenstander van Hans in een mataanval te gaan winnen, maar Hans wist het tot een verlies van de kwaliteit te beperken. Zonder compensatie echter, en wit won. Op bord 3 speelde Henk wederom een zeeslang partij. Won een pion, maar had een slechte loper tegen mooi paard, en zwart had licht initiatief over de h lijn. Toen zag Henk een tactische paardvork over het hoofd. Hij zat niet bij de pakken neer en vond een fraaie tussenzet, offerde daarna de kwaliteit en met beiden nog ongeveer 3 minuten op de klok werd tot remise besloten.

Op bord 2 bij Marijn gingen vrij snel allerlei lichte stukken van het bord, en remise was daarna een feit.

Op bord 1 speelde ik een matige partij. Ik kon me niet goed concentreren met het gepiep van het lopen over de vloer er vlak naast, en vreesde te gaan verliezen. Mijn tegenstander deed echter niet altijd de beste zetten, en na stug volhouden werd tot remise besloten.

De schwindle (1)

Jaren geleden speelde ik met Tom Bus in een team in de KNSB competitie. Naast analyseren, speelden we ook af en toe snelschaak, waar ik dankzij Tom, en mijn teamgenoten als Jan Fober, het begrip Schwindle beter leerde kennen, en gaandeweg begonnen mijn schwindle vaardigheden toe te nemen. Jaren later speelde ik bij een andere schaakclub waar ook een jong talent speelde, waar ik vaker mee analyseerde en schaakte. Hij kreeg landelijke training, en bracht het later tot 2200+ rating. Tijdens onze snelschaak sessies verloor hij echter vaak van me, terwijl ik geen training kreeg, en een middelmatige schaker ben. Hoe kwam dat ? I realiseerde me later dat hij had het schwindle hoofdstuk helemaal nog niet geleerd. Onlangs kwam ik in een schaakboek een stelling tegen van een grootmeester partij tussen Gdanski en Arkell, (European Club Cup, Neum, 2000) met commentaar van GM Jonathan Rowson.

In deze positie heeft zwart een pion minder en als zwart niet snel is dan heeft wit maar een paar zetten nodig om het witte voordeel te vergroten.

Zwart speelde hier de ongelooflijke zet g6g5!!

Ik vond dit erg boeiend om te lezen, en liet het op de clubavond aan diverse mensen zien, onder andere aan Karel Verbeek. En Karel liet zijn schaak niveau meteen weer zien door 2.Lc1!! te suggeren. Dat zag er goed uit. Thuis met Stockfish bleek Karel gelijk te hebben.

Mijn conclusie was : Arkell had een erg mooie schwindle bedacht !

GM Rowson schrijft : “Apparently just after Keith played 33…g5, Gdanski, who was rated 2557 when the game was played, looked bemused and just whipped the pawn off. Taking is the best move, but he should have treated 33…g5 with a little more respect.”

De partij is als link ook hier op chessgames.com te vinden. En hier is een link naar een artikel met uitgebreidere partij analyse en commentaar op chessbase.com.

Bijzonder mooie tactische kans gemist

Schaak positie partij Jos - Menno
Schaak positie partij Jos – Menno

Tijdens de tweede Rapid schaak avond gebeurde er iets opvallends. Bij de partij Jos tegen Menno hoorde men de witspeler zeggen : “Ik zie het niet”, en “Wacht even”, en Jos maakte een foto van de stelling. Handig want noteren was bij de 20 minuten per persoon per partij niet verplicht. En wat bleek later ? Jos had het perfecte moment gekozen want er zat een schitterende taktische wending in. Op dat moment stond de zwarte koning op de tocht, maar van wit stond materiaal in.

Studie van Josef Kling

Onlangs kwam ik een schaakstudie tegen in een artikel van IM Jeroen Bosch. Wit geeft mat zonder de witte koning te gebruiken.

Toen ik dit voor het eerst zag kwam er meteen een enorme golf van enthousiasme en ongeloof boven. Adrenaline met dopamine. Zoiets. Ik vond die pionnen studie van Richard Reti al zo mooi en geniaal met zo weinig materiaal. En deze studie heeft nog minder materiaal! Ik wilde deze studie zo snel mogelijk delen met andere schakers, maar toen ik het met Stockfish wilde uitspelen lukte het me niet. Jeroen Bosch gaf : 1.Dh6+ Kg2 2.Dh4! […] en dan drijft de witte dame de zwarte koning naar a4 waarna with met Db2 de witte koning naar a5 drijft, en dan gaat het schaakmat. Een erg verkorte variant dus in dat artikel. Het lukte me daarna niet om dit op het bord te krijgen. Steeds weer vastlopend in pat. Ik begon te twijfelen of deze studie wel correct was. Vlak voor de externe wedstrijd tegen Lonneker liet ik de stelling aan Arie zien, en een speler van Lonneker kwam er meteen bij staan en verzekerde me dat de studie correct is, en dat er wat fijnzinnige zetten in zitten! Dagen later heb ik deze studie op een schaaksite forum geplaatst met de vraag of de studie wel correct was. Vrij snel kwamen er diverse antwoorden, en het moet gezegd dat de varianten fraai zijn.

Zevenaar 1 – Lonneker : 5.5 – 2.5

Justus aan bord 1 was als eerste klaar. In een Siciliaan met zwart ging het lange tijd goed op. De laatste keer dat ik naar de stelling keek waren het voor beiden een dame met twee lichte stukken en wat pionnen waar nog niet veel aan de hand leek, maar even later bleek dat wit had gewonnen. Guust speelde op bord 2 met wit tegen Siciliaans, waar zwart ten onrechte paard maal b3 deed, waarbij wit de a lijn open kreeg, en snel stortte de zwarte stelling in elkaar. Op bord 3 speelde Justin met zwart in een vierpaardenspel, waar wit zowel naar c7 en f7 witte paarden dirigeerde.

Zwart kwam toen de rook was opgetrokken eruit met een twee lichte stukken tegen een toren, en de witte torens slaagden er niet in om actief te worden, waarbij zwart langzaam maar zeker het materiële overwicht in een vol punt kon uitdrukken.

Op bord 4 speelde Kevin met wit een Engelse opening, waarbij wit in het centrum goed kwam te staan, waarna een pionnenwals op de koningsvleugel zwart in de problemen bracht. Mooie partij.

Op bord 5 kwam Arie met zwart in een dame gambiet, wat in een Nimzo-Indisch Hollands hybride overging, een licht stuk voor, maar wit had compensatie en, als laatste partij bezig, werd de vredespijp gerookt. Hierdoor konden we redelijk vroeg bij de favoriete Chinees aankloppen voor napraten onder het genot van eten en een drankje.

Thomas won op bord 6 de ene na de andere pion, wat uiteindelijk resulteerde in 3 pionnen, paard, toren tegen paard en toren, wat keurig werd uitgeschoven.

Op bord 7 speelde Thorsten met zwart tegen 1.f4 de meest wilde partij van de dag. Zowel de zwarte als witte koning kwamen onder hevig vuur te liggen. Thorsten ging voor een mooie Zwickmühle tactic, maar daar zat helaas een lek in waarna zwart groot materiaal verloor.

Op een bepaald moment stond het bij Thorsten ongeveer zo, met zwart aan zet :

Op bord 8 speelde Albert Janssen een gambiet variant waar thuis al menig uurtje in was gestoken. Na een paar fouten van de zwartspeler, kreeg zwart nog wat compensatie met een sterke vrijpion, maar konden uiteindelijk de stukken weer in de doos.

Met deze overwinning is Zevenaar 1 zo goed als uit de degradatie zone, en is er theoretisch zo te zien nog zelfs kans om kampioen te worden.

Zevenaar 2 (SOS 1) – SMB 2 : 4 – 4

Het was zaak niet te verliezen in deze thuiswedstrijd om de kansen om degradatie te ontlopen nog in eigen hand te houden.

Edzard was als eerste klaar. Zijn tegenstander speelde 1.f4 met wit, en zat na een tijdje met een zwakte op e3 en wat minder ruimte, waarbij zwart comfortabel stond. Zijn tegenstander was erg blij met de remise. Jan Elfrink speelde tegen een Scandinavische opening waarbij zwart snel lang rokeerde. Toen de dames en paarden geruild waren, was de muziek uit de stelling en werd de vredespijp gerookt.

Hans Castrop zat tactisch op bord 1, hield lang verbeten stand maar moest na een fout de pijp aan Maarten geven. Henk speelde een Nimzo Indisch – Hollands maar sloeg niet op c3, en wit kreeg toen een breed pionnen centrum met veel ruimte. Zwart hield taai vol, maar uiteindelijk ging een vol punt richting Nijmegen.

Marijn wist weer een mooie Mikhail Tal trukendoos te openen, ditmaal tegen een Caro-Kann van zwart, vol met tactische grappen, en wist netjes op tijd aan de noodrem te trekken en voor de remise te gaan.

Tonie speelde sprankelend aanvalsspel, en wist het witte voordeel uit te bouwen en fraai tactisch af te sluiten. Prachtig om te zien.

Daan kreeg een mooie stelling met wit tegen KoningsIndisch, waar zwart telkens probeerde om de witte koning op de korrel te nemen. Toen verloor Daan opeens een paard, maar wist echter in het eindspel alsnog een zwaarbevochten remise uit het vuur te slepen. Bravo !

Ikzelf hoopte niet wederom een uren lange partij te hebben zodat mijn uithoudingsvermogen weer op de proef gesteld zou worden, maar ik was toch weer als laatste bezig. Gelukkig voelde ik me goed, en de Man met de Hamer kwam ik pas na afloop thuis weer tegen 🙂 Mijn tegenstander was de wereldberoemde schaak arbiter Geurt Gijssen, die een uitstekende partij speelde, zijn tijd goed gebruikte om na te denken, en minstens remise had verdiend, maar hij zag, met minder dan twee minuten tijd over, een paardvork over het hoofd.

Dat was een benauwde 4 – 4 gelijkspel. Nog een laatste wedstrijd te spelen, een uitwedstrijd tegen de koploper.

Of we degraderen of niet, er zal deze zomer toch wat extra fysieke en mentale schaaktraining gedaan moet worden om volgend seizoen beter beslagen ten ijs te komen ! 🙂

Schach der Großmeister – Rapid toernooi Zutphen, 2 Maart 2019

Sinds een tijdje heb ik mezelf bijna afgeschreven voor het normale schaak. “Too slow, too weak”. Maar een Rapid toernooi waar mijn waarde schaakvrienden Eric Langedijk, Arie Huysman en Henk Rouwenhorst mee zouden spelen, dat leek toch een gouden formule voor een gezellige dag met veel schaak plezier.

En dat werd het ook, een leuk dagje uit naar het hoge Noorden in Zutphen. Eric had ook zijn zoon Jacob meegebracht en die laatste speelde een paar leuke partijtjes.

Er viel mij in de derde ronde de eer te deel om tegen een GM aan te treden, en ik werd bijzonder fraai van het bord gezet. Heel mooi.

Later viel ik samen met Arie bijna in de prijzen, maar een sterke jeugdspeler, Saša Albers, stak daar een stokje voor.

En nog een partijtje van 18 zetten :

Dank aan de schaakverening in Zutphen voor de leuke en gezellige dag !

https://www.schaakgenootschapzutphen.nl/index.php/toernooien/torenstadtoernooi/2019

S.V. P.I.O.N. 1 Groesbeek – S.V. Zevenaar 2 (SOS1) 5 – 3

Op bezoek bij Groesbeek was Henk als eerste klaar met zijn partij, remise tegen een 2000+ speler. Dat was een mooie meevaller. Edzard raakte een kwaliteit kwijt, kreeg een zeer fraaie aanvalsstelling, maar werd remise. Ook Hans Castrop kwam niet door de witte stelling, en Jan Elfrink en Daan Meiboom maakte ook remise. Marijn met zwart moest het afleggen tegen het witte loperpaar en dame tegen de zwarte koningsstelling. Zelf kwam ik ook niet verder dan remise. Jeroen stond twee pionnen voor maar de tegenstander bleef op aanval spelen, en deze lange partij werd uiteindelijk onverwacht door de Groesbeeker gewonnen.